Citaat uit de inauguratierede van burgmeester Sharon Dijksma:

‘Door de eeuwen heen heeft deze stad vaker voor hete vuren gestaan. En dat levert een bijzonder boeiende geschiedenis op. Een oud gezegde luidt dat je ‘alleen weet waar je naartoe gaat als je ook weet waar je vandaan komt’. Ik heb dat altijd een mooie en treffende wijsheid gevonden. Ik neem die wijsheid overal mee naartoe en daarom ben ik ter voorbereiding op mijn ambt een kijkje gaan nemen in het Centraal Museum waar ik heb genoten van de tentoonstelling “De Ommuurde Stad”. De tentoonstelling is samengesteld door René de Kam, die als conservator stadsgeschiedenis ook het gelijknamige boek schreef.

En wat voor een geschiedenis is dat!

Er is één verhaal dat ik u niet wil onthouden. Een verhaal over een eigenzinnige en sterke vrouw die in haar eentje een legende werd, we spreken over Trijn van Leemput.

Toen na jaren van overheersing de Spanjaarden in 1577 eindelijk hun biezen pakten, bleef hun beruchte dwangburcht kasteel Vredenburg desolaat achter. De Utrechtse bevolking smeekte om de lege burcht te slopen, want ze waren bang voor een volgende vijand. Toen Duitse, op geld beluste huursoldaten de stad wilden bezetten, was voor de Utrechters de maat vol. Trijn van Leemput toog met enkele andere vrouwen – en haar pikhouweel – naar kasteel Vredenburg om eigenhandig met de sloop te beginnen.
De muren te breken. En door die moedige daad ging het stadsbestuur overstag en werd Vredenburg alsnog met de grond gelijk gemaakt…

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik hou van sterke vrouwen. Ik ben er ook door een aantal opgevoed. Mijn beide grootmoeders leven helaas niet meer, maar ik zou hen zonder aarzeling onverschrokken, zelfbewust en in vele opzichten hun tijd ver vooruit willen noemen. De belangrijkste sterke vrouw in mijn opvoeding is mijn moeder. Zij gaf mij als kind al de boodschap mee dat ik mocht zijn wie ik was. Wie ik wilde worden.

En dat je in het leven weinig cadeau krijgt en bereid moet zijn om te vechten voor waar je in gelooft. Een boodschap die ik ook aan mijn eigen kinderen en aan alle kinderen in deze stad wil doorgeven. Zijn wie ik wil zijn heeft me namelijk gemaakt wie ik nu ben. Burgemeester van de vierde stad van ons land.

Het mooie van de tentoonstelling is dat het Centraal Museum precies dezelfde verbinding met de vrouwen in het Utrecht van nu legt. Door tien Utrechtse vrouwen in beeld te brengen die in deze tijd strijden voor idealen en nog steeds bezig zijn met het slopen van muren. Virtuele muren. Muren van onrecht en uitsluiting, van discriminatie en achterstelling. Muren die mensen buiten sluiten in plaats van ze te beschermen.

Twee voorbeelden van powervrouwen wil ik hier heel graag noemen. De eerste is Natalja Macnack. Na het overlijden van haar vader nam ze zijn stichting ‘Tori Oso Utrecht’ over. Tori betekent verhaal. Oso is huis. Vrij vertaald ‘praathuis’.  Natalja organiseert samen met een batterij vrijwilligers diverse activiteiten waaronder de Keti Koti vieringen en Internationale Vrouwendag. Omdat Tori Oso geen eigen accommodatie heeft, reist ze van podium naar podium. Bij alles wat ze doet, staat de verbinding centraal. Verbinding tussen mensen, generaties en culturen – binnen en buiten de Surinaamse gemeenschap. Maar ook de verbinding tussen Utrecht en andere steden. Cultuur is het licht in ons leven. En gelukkig zijn er mensen als Natalja die voor licht willen zorgen in donkere tijden als deze.

Jody Rouwenhorst is de tweede die ik wil memoreren. Jody is een succesvol model die grote shows loopt in Milaan, Berlijn en Parijs. En ze is transgender. Leeft naar eigen zeggen in twee uitersten. Het talentvolle en gevierde model op de catwalk werd vorig jaar in haar buurtsupermarkt door een buurman in elkaar geslagen. Alleen maar omdat ze is wie ze wil zijn. En dus is ze naar eigen zeggen ‘altijd alert en altijd klaar om zichzelf te verdedigen’. Loopt met de sleutels tussen haar knokkels in de ene hand en haar alarm in de andere hand in de avond laat naar het station… Jody spreekt zich uit voor tolerantie en acceptatie van transgenders in onze samenleving. Haar verhaal bewijst de noodzaak. Zelfs in 2020.‘